Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord met de cookies liever niet.

Informatie

Heeft u een vraag en bent u op zoek naar informatie, kijk dan hier. De leden van Uw Bemiddelaars posten hier interessante blogs over hun ervaringen, nieuwtjes en juridische ontwikkelingen binnen hun expertise.

Tags

terug naar selectie

Wet van 21 december 2018 betreffende onderhoudsbijdragen ten aanzien van kinderen.

11.01.2019
Ouderschap, Scheiden, Bemiddeling, Huwelijk

 De wijzigingen situeren zich op een aantal vlakken: enerzijds op vlak van de motivering van de vastgestelde onderhoudsbijdrage en anderzijds wordt voorzien in een verduidelijking en indicatieve oplijsting van de categorie buitengewone kosten. Daarnaast worden ook een aantal clausules voortaan verplicht op te nemen in alle overeenkomsten tot vaststelling van onderhousbijdragen voor kinderen.

Overeenkomst over onderhoudsbijdragen voor kinderen

Er wordt een verplichting ingevoerd tot het motiveren van het bedrag van de onderhoudsbijdragen ten aanzien van kinderen. Deze verplichting bestond wettelijk al voor rechterlijke beslissingen tot vaststelling van onderhoudsbijdragen, en wordt nu uitgebreid naar alle overeenkomsten waarbij zo’n bijdrage wordt vastgesteld.

Met andere woorden: er moet dus worden toegelicht hoe men tot het vastgestelde bedrag is gekomen.

Op die manier heeft de rechter die achteraf een verzoek tot herziening van de onderhoudsbijdrage moet behandelen, zicht op de criteria die de ouders hebben gehanteerd om het oorspronkelijke bedrag te berekenen. Het zou het voor de rechter eenvoudiger moeten maken om na te gaan of die criteria inmiddels al dan niet zijn gewijzigd.

Maar hoe gebeurt die motivering dan precies? Door de verblijfsregeling voor de kinderen te beschrijven uiteraard, maar dat gebeurt ook nu reeds in elke degelijk opgestelde overeenkomst... Door aan te duiden ook wie het fiscaal voordeel van de kinderen ten laste geniet, en wie het kindergeld ontvangt, en door duidelijk op te lijsten welke kosten al dan niet door de onderhoudsbijdrage gedekt zijn... Maar wordt het dan ook nodig de inkomsten van de ouders op het moment van de overeenkomst te vermelden? 

Daarbij rijzen enkele bedenkingen... Ten eerste zullen niet alle ouders bereid zijn die gegevens op te nemen in de overeenkomst, maar bovenal: wat zijn dan juist de inkomsten? Ik denk maar aan het loon dat een zelfstandige zich vanuit de vennootschap uitkeert, grote inkomsten uit onroerend goed, ... Hoe breng je dat in rekening, en hoever ga je dan in het omschrijven welke parameters al dan niet in aanmerking werden genomen.

 

Het antwoord op deze vragen zit vervat in de wettekst zelf. Artikel 1321 § 1 stelt dat rechtelijke beslissingen tot vaststelling van onderhoudsbijdragen moeten worden gemotiveerd op basis van de elementen opgesomd in zelfde artikel. Het betreft onder meer:

- aard en bedrag van de middelen van elk van de ouders;

- de gewone kosten waaruit het budget voor de kinderen is samengesteld, alsook de wijze van begroting;

- verduidelijking over aard van de buitengewone kosten en bijdrage van elk van de ouders daarin;

-verblijfsregeling van het kind;

- verdeling kinderbijslag en fiscaal voordeel;

- eventuele bijzondere omstandigheden...

De Wet van 21 december voert een tweede lid in, dat stelt dat overeenkomsten tot vaststelling van onderhoudsbijdragen de totstandkoming van de bijdrage moeten motiveren op basis van de boven aangehaalde elementen, of “een deel ervan”. Het lijkt dus niet nodig om àlle elementen uitdrukkelijk te omschrijven, maar het hoeft geen betoog dat een duidelijke en grondig opgestelde regeling bijdraagt aan een goed werkend akkoord.

 Buitengewone onderhoudskosten

Bij Koninklijk Besluit zal een lijst worden vastgesteld met buitengewone kosten voor kinderen, alsook de wijze van afrekening over die kosten.

Het is erg belangrijk dat deze categorie van kosten uitdrukkelijk en weloverwogen worden opgesomd, want laat duidelijk zijn: de uitgaven voor buitengewone kosten van de kinderen zijn niet begrepen in de vastgestelde onderhoudsbijdragen. De ouder die onderhoudsbijdrage voor de kinderen betaalt, kan daarnaast dus ook nog worden aangesproken om zijn aandeel in de buitengewone kosten te voldoen.

 

Het Koninklijk Besluit zal voorzien dat over een aantal van die buitengewone kosten vooraf zal moeten overlegd worden tussen de ouders en dat er een uitdrukkelijk akkoord zal moeten zijn van beide ouders, behoudens in gevallen van hoogdringendheid of overmacht. 

De ouder krijgt een verzoek tot akkoord toegestuurd. Hij heeft 21 dagen om op de vraag te reageren; bij schoolvakanties van minstens één week krijgt hij 30 dagen de tijd. Reageert de ouder niet, dan gaat men ervan uit dat hij akkoord is met de uitgave. Is de ouder expliciet niet akkoord, dan kan de andere ouder de betwisting aan de rechter voorleggen. 

De vastgelegde lijst met buitengewone kosten is indicatief. In de overeenkomst kan er door partijen dus van worden afgeweken.

Schuldvorderingen van buitengewone onderhoudskosten verjaren na vijf jaar.

 Verplicht op te nemen clausules

Elke overeenkomst tot vaststelling van onderhoudsgeld moet voortaan uitdrukkelijk, én in begrijpelijke taal de clausule bevatten omtrent de mogelijkheid tot loonmachtiging bij onbetaalde onderhoudsgelden, alsook de gegevens en omschrijving van de werking van de DAVO (Dienst voor alimentatievorderingen).

 Wat brengt de wet ons dan?

Ik mag ervan uitgaan dat erkende bemiddelaars en advocaten ook voor vandaag al overeenkomsten met betrekking tot onderhoudsgelden op een grondige manier opstelden, en dat de impact van deze wetswijziging daarom eerder beperkt zal zijn in onze dagelijkse praktijk. 

Waar de wet, en de verschillende toelichtingen, het hebben over “overeenkomsten tot vaststelling van onderhoudsgelden”, neem ik aan dat alle bepalingen evenzeer gelden voor overeenkomsten over kinderen waarin wordt beslist dat géén onderhoudsgeld betaald zal worden. Ook daar bestaat immers in grote mate de behoefte aan een duidelijke en transparante regeling over de buitengewone kosten, alsook aan een motivering over waarom de ouders beslissen dat er geen onderhoudsbijdragen verschuldigd zijn op dat moment. 

We kijken alvast uit naar het KB over de buitengewone kosten om eventueel onze werkwijze bij het opstellen van ouderschapsovereenkomsten en EOT’s daaraan aan te passen.

 

Vera Steyvers, voor Uw Bemiddelaars.

info@verasteyvers.be

www.verasteyvers.be