Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord met de cookies liever niet.

Informatie

Heeft u een vraag en bent u op zoek naar informatie, kijk dan hier. De leden van Uw Bemiddelaars posten hier interessante blogs over hun ervaringen, nieuwtjes en juridische ontwikkelingen binnen hun expertise.

Tags

terug naar selectie

Vereffening-verdeling van schulden bij echtscheiding

23.03.2017
Scheiden, Huwelijk

Wanneer de echtscheiding tussen partijen definitief is geworden ingevolge de betekening van het echtscheidingsvonnis en de overschrijving ervan bij de gemeente, zullen partijen bij de notaris moeten overgaan tot de vereffening-verdeling van de gemeenschap die heeft bestaan tijdens hun huwelijk.

Afhankelijk van het huwelijksstelsel dat door partijen werd gekozen, zullen de activa en de passiva op een andere manier worden verdeeld tussen partijen.

In het kader van dit artikel zal enkel de afhandeling van de schulden onder het wettelijk stelsel worden behandeld.

In eerste instantie moet er een onderscheid worden gemaakt tussen schulden die dateren van voor het huwelijk en schulden die dateren van tijdens het huwelijk.

Met betrekking tot de schulden die door elk van de echtgenoten zijn aangegaan voor het huwelijk stelt artikel 1406 van het Burgerlijk Wetboek duidelijk:

“De schulden van de echtgenoten die dagtekenen van vóór het huwelijk en de schulden ten laste van erfenissen en giften die hun toevallen tijdens het huwelijk, blijven eigen schulden

Voor de schulden die zijn aangegaan tijdens het huwelijk, maakt het Burgerlijk Wetboek wel een onderscheid voor schulden die eigen zijn en schulden die gemeenschappelijk zijn, en dus na vereffening-verdeling van het huwelijksvermogen dienen te worden gedragen door de echtgenoten.

De schulden die eigen zijn aan de echtgenoten zijn (artikel 1407 B.W.):

-          “de schulden door een der echtgenoten aangegaan in het uitsluitend belang van zijn eigen vermogen;

-   de schulden ontstaan uit een persoonlijke of zakelijke zekerheid door een der echtgenoten gesteld in een ander belang dan dat van het gemeenschappelijk vermogen;

-         de schulden behorende tot een door een der echtgenoten uitgeoefend beroep dat hem verboden is krachtens artikel 216, of ontstaan uit handelingen die een der echtgenoten niet mocht verrichten zonder de medewerking van de andere echtgenoot of zonder rechterlijke machtiging;

-          de schulden ontstaan uit een strafrechtelijke veroordeling of uit een onrechtmatige daad begaan door een der echtgenoten.”

 In die zin kan ook de hiernavolgende interessante rechtspraak nog worden aangestipt:

 “De persoonlijke zekerheid door de man met instemming van zijn echtgenote gesteld ten bate van een vennootschap, waarvan hijzelf bestuurder-zaakvoerder is en waarin zijn echtgenote eveneens aandelen bezit, is een gemeenschappelijke schuld; de persoonlijke zekerheid, die noodzakelijk is voor het verder bestaan van de vennootschap, is niet gesteld in een ander belang dan dat van het gemeenschappelijk vermogen (Cass. 22 november 1990)”

 “De schuld tot betaling van een onderhoudsgeld na echtscheiding door onderlinge toestemming is een eigen schuld van de man. In principe kan voor deze schuld geen beslag worden gelegd op een appartement dat tot het gemeenschappelijk vermogen behoort in het huwelijk van de man en zijn tweede echtgenote (Cass. 27 mei 1991).”

De hiernavolgende schulden zullen in het kader van een vereffening-verdeling bij de notaris worden beschouwd als gemeenschappelijke schulden, die dus door de beide echtgenoten dienen te worden gedragen:

-          “de schulden aangegaan door beide echtgenoten, gezamenlijk of hoofdelijk;

-          de schulden aangegaan door een der echtgenoten ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen;

-          de schulden door een der echtgenoten aangegaan in het belang van het gemeenschappelijk vermogen;

-     dde schulden ten laste van giften, aan de twee echtgenoten gezamenlijk of aan een van hen gedaan onder beding dat de gegeven of vermaakte goederen gemeenschappelijk zullen zijn;

-          de interesten die een bijzaak vormen van de eigen schulden van een der echtgenoten;

-          de onderhoudsschulden jegens bloedverwanten in de nederdalende lijn van een der echtgenoten;

-          de schulden waarvan niet bewezen is dat zij aan een der echtgenoten eigen zijn ingevolge enige wetsbepaling.”

Ook hier kan de volgende interessante rechtspraak worden aangestipt:

“Onderhoudsschulden t.a.v. de ouders van één der echtgenoten zijn gemeenschappelijke schulden. Deze schulden zijn in beginsel verhaalbaar op de drie vermogens. De schuld kan evenwel niet meer verhaald worden op het eigen vermogen van het schoonkind wanneer de schoonmoeder hertrouwt (Cass. 10 september 1987).”

“Als de interest op een eigen lening van een der echtgenoten betaald is met gemeenschapsgelden, is deze echtgenoot daarvoor geen vergoeding verschuldigd aan het gemeenschappelijk vermogen (Cass. 18 maart 2011).”

De vereffening-verdeling van een huwelijksgemeenschap bij de notaris blijft een moeilijke en complexe oefening, waarbij er veel zal worden onderhandeld tussen partijen. De vraag die immers vaak dient te worden gesteld is welke goederen aan welke partijen zullen worden toebedeeld, of in het slechtste geval, hoe de schuldenlasten tussen partijen zullen worden verdeeld.

In die context kan het beroep op een erkend bemiddelaar een meerwaarde betekenen.