Onze website gebruikt cookies om je surfervaring te verbeteren. Om deze website optimaal te gebruiken vragen we je om akkoord te gaan met ons gebruik van cookies.

Ik ga akkoord met de cookies liever niet.

Informatie

Heeft u een vraag en bent u op zoek naar informatie, kijk dan hier. De leden van Uw Bemiddelaars posten hier interessante blogs over hun ervaringen, nieuwtjes en juridische ontwikkelingen binnen hun expertise.

Tags

terug naar selectie

Burenhinder

23.04.2017

Burenhinder en conflicten over vallende bladeren, overhangende takken…

Het probleem is gekend en herkenbaar. De ene buur wil zijn mooie grote boom niet inkorten. De andere buur is van oordeel dat de hinder te groot is en vordert de kapping van de boom.

Bron van jarenlange burenruzie…

De regelgeving over hagen, struiken en afsluitingen wordt hierna toegelicht.

U kan eveneens informeren  naar de gebruiken in uw streek. U kan informeren op de dienst stedenbouw van uw gemeente of stad of bij de griffie van het Vredegerecht.

Afstand van beplantingen   

Afstand van de scheidingslijn en hoogte van boomhagen : Art. 35 Veldwetboek

“Hoogstammige bomen mogen slechts op een door vast en erkend gebruik bepaalde afstand geplant worden. Bij ontstentenis van zodanig gebruik mogen hoogstammige bomen slechts op twee meter – en andere bomen en levende hagen slechts op een halve meter – van de scheidingslijn tussen twee erven worden geplant.”

Raadpleeg de plaatselijke gebruiken. ( bijvoorbeeld via de griffie van het Vredegerecht van uw woonplaats,  verkavelingsvoorschriften ) Doorgans mogen hoogstammige bomen op twee meter en andere bomen en levende hagen op een halve meter van de scheidingslijn geplant worden.

De afstand van de scheidingslijn tot aan de boom of de haag wordt zowel voor bomen als voor hagen gemeten vanaf het centrum van de stam tot aan de grenslijn.

Enkele bijkomende aandachtspunten:

  • Voor bosaanplantingen in agrarisch gebied moet een afstand van 6 meter van de scheidingslijn gerespecteerd worden.
  • Fruitbomen mogen als leibomen, aan elke kant van de muur tussen twee erven, geplant worden, zonder dat een afstand in acht genomen wordt.
  • Voor bomen op openbaar domein van de overheid geldt een specifieke regelgeving, evenals voor bomen langs spoorwegen, waterwegen, autosnelwegen, gewestwegen en buurtwegen.
  • Bomen in een haag moeten volgens algemeen gebruik kort gehouden worden tot op een maximumhoogte van 2 meter.

Hoog- of laagstam. 

Dit geeft vaak aanleiding tot discussie en de rechtspraak is richtinggevend.

  • Veelal wordt beoordeeld en rekening gehouden met :
  • de aard van de beplanting (Kan de boomsoort effectief hoog worden?);
  • de effectieve hoogte (Een volwassen hoogstam wordt minstens 2,5 tot 3 meter.);
  • andere hinderlijke eigenschappen zoals giftigheid;
  • de feitelijke toestand: (Is de boom reeds groot of wordt deze regelmatig gesnoeid);
  • het al dan niet bestaan van effectieve hinder.

Kappen en rooien

Uw buur kan het rooien  eisen van bomen, hagen, heesters en struiken die op een kortere afstand geplant staan dan de wet bepaalt. De vrederechter is bevoegd en  heeft  appreciatiebevoegdheid. ( beoordeling in concreto ).  Er kan ook rekening gehouden worden met :

  • verkrijgende verjaring: 30 jaar
  • bestemming van de huisvader
  • reeds gesloten overeenkomsten

Overhangende takken en doorschietende wortels

Indien de kruin of de takken van een boom of haag verder groeien dan de scheidingslijn, en deze dus over uw eigendom hangen, kan u uw buur verplichten de takken van zijn boom af te snijden. U mag dat niet zelf doen.

Indien er takken te dicht bij de bovengrondse elektriciteitsleidingen hangen, wordt de eigenaar gevraagd te kappen. Doet hij dat niet binnen de maand dan kan het gewest, de gemeente of de vergunninghouder zelf kappen.

Degene op wiens erf wortels doorschieten mag ze daarentegen wel zelf weghakken (art. 37 Veldwetboek). Het recht om doorschietende wortels of overhangende takken te hebben kan nooit door verjaring verkregen worden.

Omheiningen: Vergunningen en eigendomsgrenzen

Mits akkoord van beide eigenaars mogen afsluitingen op de perceelsgrens worden opgericht. Als er geen akkoord is, mogen ze tot op de uiterste, dus vlak bij de grens van het eigendom worden geplaatst.

Doorgaans is geen bouwvergunning vereist.

Afpaling

Indien de grenzen van uw eigendom bijvoorbeeld niet duidelijk zijn, kan u deze samen met uw buur laten afpalen: Art. 646 Burgerlijk Wetboek

“Iedere eigenaar kan zijn nabuur verplichten tot het afpalen van hun eigendom. De afpaling geschiedt op gemene kosten

Volledig dichte afsluitingen

U mag uw eigendom ook afsluiten: “Iedere eigenaar mag zijn erf afsluiten, behoudens de in art 682 BW gestelde uitzonderingen”. Een eigenaar wiens perceel volledig omringd is door andere percelen kan over die percelen wel een uitweg vorderen. Die uitweg zal dan uiteraard niet afgesloten mogen worden.

Het "Besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is", bepaalt of er al dan niet een vergunning vereist is voor het plaatsen van afsluitingen:

Artikel 3, 9° stelt dat er geen vergunning nodig is voor de plaatsing van afsluitingen uit houten of kunststof palen met prikkel- of schrikdraad (weideafsluitingen). Ook de volgende afsluitingen mogen onder voorwaarden geplaatst worden zonder vergunning:

  • Afsluitingen met een maximum hoogte van twee meter, die bestaan uit palen en draad of draadgaas, uit één betonplaat met een maximumhoogte van 40 cm en draad of draadgaas, opgericht om een goed af te sluiten: Op die afsluitingen mogen in de onmiddellijke omgeving (30 meter) van een vergund woongebouw constructies worden aangebracht ter bescherming van de privacy, zoals zeildoek, gevlochten kunststofstrips of rieten matten.
  • Voortuinmuurtjes in metselwerk of andere voortuinafsluitingen met een maximale hoogte van 50 centimeter
  • Poorten, geplaatst tussen twee kolommen met een maximale hoogte van 2,50 m
  • Houten panelen met een maximale hoogte van twee meter, met een maximale lengte van tien meter per zijdelingse en achterste perceelsgrens, opgericht om een goed af te sluiten, en in de onmiddellijke omgeving (30 m) van een vergund woongebouw: Die panelen worden niet ter hoogte van de voortuin geplaatst. Onder onmiddellijke omgeving wordt verstaan: de ruimte gelegen binnen een straal van 30 meter van de uiterste grenzen van het woongebouw.

Deze vrijstellingen gelden niet:

  • in ruimtelijk kwetsbare gebieden (zoals natuurgebied);
  • in beschermde landschappen;
  • in oeverzones;
  • in een strook van 5 meter vanaf waterlopen.

Bovendien gelden de vrijstellingen enkel voor de afsluiting van gevormde huiskavels. Het is dus niet toegelaten om landbouwgronden die achter een woning gelegen zijn af te sluiten zonder vergunning. Bijgevolg is bijvoorbeeld een omheining met dichte houten panelen rond een weide wel vergunningsplichtig.

Let wel: Van vergunning vrijgestelde werken mogen enkel worden uitgevoerd als ze niet in strijd zijn met geldende reglementeringen zoals RUP’s (Ruimtelijk UitvoeringsPlan), BPA’s (Bijzonder Plan van Aanleg) en voorschriften van verkavelingsvergunningen.

In sommige van deze plannen werd uitdrukkelijk opgenomen dat bepaalde afsluitingen verboden zijn. U kan dit navragen bij uw gemeente.

Open omheiningen

Tot 21.10.2011 gold de vrijstelling van stedenbouwkundige vergunning, in agrarisch gebied in de ruime zin, voor open weideafsluitingen met een maximale hoogte van 2 meter, enkel voor open afsluitingen in draad of draadgaas en niet voor open houten afsluitingen. Het Besluit van 16 juli 2010 tot vrijstelling van de vergunningplicht werd gewijzigd door een Besluit van 9 september 2011, dat in werking trad op 21.10.2011, en dit specifiek met betrekking tot open afsluitingen in agrarisch gebied.

Artikel 5, 2e van dit besluit werd aangepast zodat onder ‘open afsluitingen’ uitdrukkelijk vermeld wordt ‘open afsluitingen met houten dwarslatten’ zodat deze ook vrijgesteld worden van vergunning. Vooral voor paardenweiden was dit een belangrijke aanpassing, aangezien voorheen dergelijke houten afsluitingen niet onder de vrijstelling vielen. De maximale hoogte van 2 meter blijft behouden, net als de algemene voorwaarden voor de vrijstelling. Het moet uiteraard om een ‘open afsluiting’ gaan zodat ‘houten panelen’ dus niet onder de vrijstelling vallen.

Hagen

Voor het planten van hagen is geen stedenbouwkundige vergunning nodig. De te respecteren afstand wordt bepaald in voormeld art. 35 van het Veldwetboek (zie eerder).

Opgelet: Een draadafsluiting die met klimop of een andere klimplant wordt begroeid, beschouwt men als een levende haag en kan dus slechts op een halve meter van de perceelsgrens geplaatst worden, tenzij mits akkoord van beide eigenaars.

Onrechtmatige daad en burenhinder : Art. 1382 e.v. B.W.

"Op elke eigenaar rust de verplichting geen fouten of nalatigheden te begaan waardoor hij aan zijn buren schade zou berokkenen"

 Bijvoorbeeld giftige taxushaag langs een weide waar dieren grazen.

Daarnaast kan het ook voorkomen dat zelfs een zorgzame, omzichtige burger, zonder enige “fout” te begaan, toch niet kan voorkomen dat zijn naburen schade lijden door een hinderverwekkende activiteit.

De theorie van de burenhinder gaat er van uit dat er een evenwicht dient te worden gerespecteerd, aangezien naburige eigenaars elk een gelijk recht op genot van hun eigendom hebben - Art 544 B.W

“De eigenaar van een onroerend goed die, zonder een fout te begaan, dit evenwicht verbreekt, door het opleggen aan een naburige eigenaar van een stoornis die de maat van de gewone buurschapsnadelen overschrijdt, is hem een rechtmatige en passende compensatie verschuldigd, waardoor het evenwicht hersteld wordt.”

De hinder moet  “bovenmatige” zijn, d.w.z. hinder die de gewone hinder uit nabuurschap – het normale gedogen – overtreft en aldus het evenwicht verbreekt. De sanctie die gepaard gaat met burenhinder is een compensatie en geen volledig herstel.

Mark Huygen.